maandag 22 februari 2016

What's in a name?

Denkend aan Duitsland denk ik aan mijn oma. Mijn kleine oude omaatje. Dochter van een economische vluchteling. Een Duitser uit Solingen, die Europa doorreisde op zoek naar werk. Hij vestigde zich in Nederland, trouwde een Limburgse en kreeg één dochter: Anna Helena Hubertina. Roepnaam Lenie. Haar moeder zat liever in de bioscoop dan dat ze tijd doorbracht met haar dochter. De mattenklopper gebruikte ze niet alleen voor het kloppen van matten. Niet gek dus dat Lenie een vaderskindje was.

Lenie’s vader had inmiddels een goedlopende scharen- en instrumentenslijperij. Van de twee grote ziekenhuizen in Amsterdam scherpte hij de operatiemessen. Mijn oma werkte mee in de werkplaats en op haar aandringen begonnen ze ook producten te verkopen.

De volgende man in Lenie’s leven was haar echtgenoot. Na zeven jaar verloving trouwde ze vlak voor de oorlog met Matthias Wilhelm. Willy dus. Hij had de Zwitserse nationaliteit en met de mobilisatie van de troepen in Duitsland was het Zwitsers burgerschap voor mijn oma met haar Duitse paspoort een veilige keus. Dat er zo nu en dan voedsel van het Zwitserse consulaat kwam bleek een prettige bijkomstigheid.

De derde man in haar leven was haar zoon. Hij werd midden in de oorlog geboren en ze was dol op hem. Hij bleek trouwens de laatste man in haar leven te zijn, tenminste, als je haar schoonzoon dertig jaar later niet mee telt. Oma Lenie kreeg namelijk na haar zoon nog één ander kind, mijn moeder. Daarna kwamen er drie kleinkinderen. Allemaal meisjes.

Oma Lenie is in 1995 gestorven. Haar overlijden kwam niet onverwacht maar het verdriet was er niet minder om. Ze was mijn lievelingsoma. We leken op elkaar qua uiterlijk. Onze karakters pasten bij elkaar. De dag dat ze huilend aan de eettafel zat omdat mijn zus en ik weer eens slaande ruzie hadden staat me 30 jaar later nog helder voor ogen. Dat ze me beschuldigde van het laten aanstaan van het gas toen ze begon te dementeren deed me extra pijn. Soms haal ik wat kleine schaartjes en zakmesjes tevoorschijn die ik uit de erfenis heb gekregen. Met trots denk ik aan de Zwitserse achternaam die ik de eerste acht jaar van mijn leven ook droeg. Door de komst van alleen maar kleindochters is die achternaam nu aan zijn laatste generatie toe.

Tegen mijn eigen principes en familietradities in, heb ik twee jaar geleden mijn dochter naar haar vernoemd. En dat mijn eigen kleine Lena sprekend op haar overgrootmoeder lijkt, dat maakt me extra blij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten