donderdag 26 maart 2015

Opperdekkerbus


En ja hoor, ik schreef er weer ééntje - dit keer over Minke en haar taal.
O, wat is het heerlijk om logisch denkvermogen, fantasie en kinderlijke vrijheid tot de mooiste woorden te zien komen.

Klik hier om 'm te lezen!

maandag 23 maart 2015

Schoolreisjeszorgen


Mijn eerste column op de site van de leukste kinderen. Klik hier om 'm te lezen!

Ik ben best trots hoor. Over 5 jaar breng ik een bundel uit: "The best of SvR". Plaats nu alvast uw reservering.

De leukste kinderen

U wist dat niet hè, maar ik heb dus de leukste kinderen.
Ook de stoutste. De vervelendste. De gehoorzaamste. De grappigste. De smerigste. De lekkerste. De gezelligste. De humeurigste.
En daarom staan er vanaf vanavond zo nu en dan columns over die kinderen van mij, het moederschap en alles dat leuk en niet zo leuk is, op de site van de leukste kinderen.

woensdag 11 maart 2015

Accepteren moet je leren

“En veel fietsen, dat is goed”, sprak hij toen ik hem ’s middags toch nog aan de telefoon kreeg. Het was de chirurg die mij een half jaar eerder van een recht been had voorzien.

Tegen beter weten in had ik naar het ziekenhuis gebeld en verzocht om een telefonisch consult. Waarover het gesprek moest gaan, vroeg de verpleegkundige. Tsja, dat wist ik eigenlijk ook niet zo goed. Gewoon, dat dat been maar pijn blijft doen. Dat het me belemmert. En dat ik er van baal.
Ik verwacht geen antwoord, laat staan een oplossing. Maar waarom laat ik me dan bellen? Om meelijwekkend gevonden te worden? Niet zo’n fraaie eigenschap.


Hij is begripvol en neemt de tijd. Als hij me al een zeurpiet vindt, laat hij dat niet doorschemeren. Ik vertel hem dat die knie mij vaak zo’n pijn doet. Na lang zitten met mijn benen gebogen, of na een drukke dag. Ik vertel hem niet dat ik zo schrik als ik wel eens dreig uit te glijden. Of dat ik niet als normaal mens vanaf de grond kan opstaan. En dat ik dat best vaak doe, met mijn dreumes. Wel vertel ik dat ik de toestand met die knie nog altijd geen plaats heb kunnen geven. Dat ik nog nauwelijks een stap dichter bij acceptatie ben dan tweeëneenhalf jaar geleden. Tot mijn verbazing zegt hij dat helemaal niet gek te vinden: “Je bent pas een half jaar geleden voor het laatst geopereerd!”. Ja, daar heeft hij eigenlijk wel gelijk in. “Maar je bent gewoon blijvend een beetje gehandicapt”.
Klap, daar val ik weer. Ik slik mijn tranen weg. De boodschap is niet nieuw, maar net zo ongenadig.


Hij vraagt of er wel verbetering is ten opzichte van voor de laatste ingreep. Ik knik. Ja, dat is er zeker. “Focus Simone”, maan ik mezelf toe. “Focus op wat wel goed gaat”. De tranen laten zich niet meer wegslikken. Ik bedank hem voor het gesprek.

Ik kijk uit het raam met de telefoon nog in mijn hand. Daar staat de auto, warm en droog. Ernaast de bakfiets. Ik moet nog naar de bibliotheek en het postkantoor. Daarna de kinderen ophalen. Ik doe mijn jas aan en pak de sleutels uit de keukenla. "En  veel fietsen, dat is goed."

zondag 8 maart 2015

Uitknop

In tegenstelling tot wat ik me ooit voornam, spreek ik dikwijls zinnen uit tegen mijn kinderen die mijn ouders destijds tegen mij zeiden. “Dan eet je maar voor de honger die komt”. “Ga toch maar even plassen”. “Korstjes zijn ook brood”. Nooit, maar dan ook nooit, zou ik ze herhalen. Maar ik was krap 18 jaar en voor een jaartje au pair, of ja hoor, daar kwamen ze zomaar over mijn lippen. In het Engels, maar toch. Ik verraadde mezelf. En ben dat blijven doen.

Momenteel is één van mijn geliefde zinnen er eentje van mijn vader. Ik hing wezenloos voor de televisie en keek wat in zijn ogen bagger was, terwijl het natuurlijk eigentijds drama was of ander heel belangrijk vermaak dat vooral niet gemist mocht worden. Dan sprak hij de gewraakte woorden “de beste knop is de uitknop” en plof, weg was het beeld, net toen het echt spannend begon te worden.

Mijn dochter is nog lang niet zo oud als ik toen, maar de zin wordt door mij met enige regelmaat gebezigd. De knop in kwestie betreft die van de televisie, maar veel vaker nog die van de iPad. Mijn kind, met de slaap nog in haar ogen, waggelt ’s ochtends haar kamer uit en vraagt of ze op de iPad mag, ook wel de ‘Aai’ genoemd. Een ander typisch oudercliché (“zijn je ogen nog niet vierkant”) ontvalt mij dan ook met regelmaat. Maar mijn dochter kijkt Winx en is verder onbereikbaar.
Als ik de knop zonder de vooraankondiging van mijn vader indruk, is de wereld te klein. Haar woedend gegil doet mijn trommelvliezen langdurig natrillen. Soms denk ik dat ík niet alleen doof word van haar oorverdovend gekrijs, maar zijzelf ook. Want haar nieuwe radio-cdspeler moet altijd zo ontzettend hard. “LET IT GO” schalt er door de luidsprekers in mijn badkamer, want daar klinkt ie natuurlijk verreweg het lekkerst. Ook dan hanteer ik dus zo nu en dan mijn favoriete dooddoener.

Het fijne van de knoppen van de iPad, de tv en de stereo is dat ik ze moeiteloos weet te vinden. Maar ik zoek al zes jaar naar de uitknop van mijn oudste dochter. Hoewel ze natuurlijk bijna altijd echt ontzettend lief is, is ze met vlagen een zeer slecht luisterend kind, dat kan stampvoeten, gillen, krijsen en janken. Hoe ik zo’n situatie ook aanpak, het is bijna altijd olie op het vuur. Die uitknop zit dan diep verborgen voor iedereen, inclusief haarzelf.

Het enige wat dan helpt is om mijn eigen uitknop te gebruiken. Ik schakel uit, ik loop weg, ik distantieer me letterlijk van haar en denk vooral heel Zen dat het voorbij gaat. Het helpt mij echt, dat uitschakelen.

Ach, die vader van mij. Die had mooi maar weer eens gelijk.