Omdat ik een paar maanden thuis aan het revalideren was, kwam er ziekenbezoek. En met het bezoek kwamen boeken. Ik had in de ogen van mijn vrienden nu echt zeeën van tijd om te lezen. De praktijk bleek anders. In de maanden dat ik thuis was heb ik geen letter kunnen lezen. Ik was onrustig, moe en toch ook druk met allerlei (medische) afspraken. Het lezen kwam pas later.
Zo was daar Giovanna’s Navel van Ernest van der Kwast. Een werkelijk magistraal boekje met korte verhalen, waarbij de letters en woorden schilderijen werden voor mijn ogen. Iedereen die het maar wilde horen vertelde ik over dit meesterwerk en het boek is mijn vriendenkring doorgegaan.
In november van dat jaar, ik was net weer aan het werk, kocht ik Leve het been (snijtijd 90 minuten) van Max van Rooy. Het is fijn te lezen dat het altijd erger kan, want Max verliest namelijk een been door kanker. Hij gaat daar wonderbaarlijk optimistisch mee om.
In januari gingen we op vakantie, want onze zomervakantie hadden we moeten annuleren. In Zuid Afrika las ik Paaz, het relaas van Myrthe van der Meer over de periode dat ze was opgenomen op de psychiatrische afdeling. Andermans ellende bleek nog steeds een goed medicijn.
Nog dagelijks word ik herinnerd aan de dag dat ik van mijn fiets viel en mijn been brak. Het heeft me heel veel goeds gebracht.