zondag 6 december 2015

Onrechtvaardigheid

Ze stelt me de vraag die ze me meerdere keren per dag stelt. De vraag waarop geen antwoord is. De vraag die niet echt om een antwoord vraagt. De vraag waaruit haar wanhoop en frustratie klinkt.

Waar heb ik dit aan verdiend?

Ik heb een drietal reacties in mijn repertoire. De simpelste: domweg niet antwoorden. Een grapje: "je stond verkeerd in de rij toen de ziektes werden uitgedeeld." Of nummer drie, de waarheid: "Pure pech."

Die dag kies ik voor een variant op optie twee. Ik houd graag de sfeer opgewekt, want treurnis hangt voortdurend in de lucht. Ik vraag: "Ik weet 't niet, misschien door iets in een vorig leven?".

Stilte aan de andere kant van de tafel. Op zich is dat niet ongebruikelijk, dus ik ben me nog van geen kwaad bewust. Later komt ze er op terug. Dat ze het niet fijn vindt dat ik dat heb gezegd. Ik bied mijn excuses aan. Vraag haar of zij zelf denkt dat er een kern van waarheid in zit. "Nee". Dat lijkt mij een goede reden om het los te laten.

Maar dat doet zij niet. Met de uren, en wat later dagen zouden blijken, groeit haar boosheid. Mijn opmerking, maar vooral haar interpretatie ervan, beheerst haar volkomen.

Zij verdraait mijn woorden en geeft ze een betekenis die ik er niet in legde. Ik word ten onrechte beschuldigd van iets en er is geen vezel in haar lijf die mij ooit mijn gelijk zal geven. Of vergeven.

Ik word nog één keer boos. Dan laat ik het rusten. Want misschien voel ik nou heel even een fractie van haar frustratie. De frustratie die haar die ene vraag meerdere keren per dag doet stellen.


Gekluisterd aan een stoel, haar huis, haar haard
Haar leven al vele jaren niks meer waard
Slechts vreugde in een sigaret
Nooit heeft zij haar ziekte aanvaard

Geen opmerkingen:

Een reactie posten