vrijdag 20 februari 2015

Afvalscheidingshemel

"Jij komt nog eens in de afvalscheidingshemel", sprak mijn man een tijd geleden. Hij was sarcastisch. Ik voelde trots. Een engel te zijn in een milieuparadijs, het lijkt me wel wat.

Ik ben een fervent afvalscheider. In mijn keuken zijn drie vuilnisbakken. Eentje voor al het plastic materiaal. Een wat kleinere op het aanrecht voor al het keuken- en tuinafval. En dan is er nog de bak voor de rest. De rest is niet meer zoveel eigenlijk, want in de schuur staan de lege flessen (wegwerp én statiegeld), bij de voordeur hangt de tas voor oud papier. Het zakje met lege batterijen, kapotte lampen en printercartridges hangt in de trapkast. Uiteraard gaan verf en terpentine naar het milieustation van de gemeente.
Ik ben redelijk neurotisch aangelegd, dus afval scheiden gebeurt degelijk. Als ik een plastic zakje betrap in de restafvalemmer, daar per ongeluk gedeponeerd door een minder bewuste echtgenoot of onoplettende kleuter, dan gaat het eruit en in de juiste bak. Een klokhuis gaat, hoe klein ook, bij het groen. Dat papiertje om een theezakje? Bij het oud papier.
Veel producenten houden geen rekening met mijn dwangmatig afval scheiden. Ik heb een hekel aan papieren broodzakken met zo'n plasticje - die moet ik namelijk, net als vensterenveloppen, scheuren zodat elk onderdeel op zijn plek komt. De korstjes van de kaas vind ik ook lastig: is dat nou GFT, plastic of toch gewoon restafval?

Niet alleen met afval scheiden ben ik bewust bezig met het milieu, want dat is waar ik het allemaal voor doe: zodat mijn kindertjes later ook nog een klein beetje van de wereldbol kunnen genieten. Ik rijd ook heel bewust auto: op tijd doorschakelen, in de versnelling laten uitrollen, veelal op de cruise-control en bij een op oranje springend stoplicht in de verte alvast de voet van het gaspedaal en niet nog even gas geven.
Ik pak de fiets waar mogelijk. Ik heb altijd stoffen boodschappentasjes in mijn handtas, zodat ik nooit plastic tassen hoef te kopen en als ik ze ongevraagd toch krijg, geef ik ze terug. Ik koop zoveel mogelijk biologisch, in de hoop dat ik de aarde er een beetje plezier mee doe. Ik laat de wasmachine draaien op lage temperaturen en gooi, zeker in de zomer, heel weinig in de droger. Ik probeer een zo klein mogelijke 'footprint' op de aarde achter te laten.

Toch denk ik dat ik een plek op de eretribune van het milieuwalhala wel op mijn buik kan schrijven.
Want 's avonds, als het koud is, doe ik géén dikke trui aan. Dan ga ik níet met sokken en een pyjama aan naar bed. Ben je mal! Ik ga lekker lang en lekker warm douchen. Maar eerst zet ik mijn elektrische deken aan, zodat ik daarna, warm en voldaan, mijn bed in rol. Want kom zeg, mijn persoonlijke comfort gaat toch zeker wel voor het leefklimaat van de generaties na mij?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten