maandag 9 februari 2015

Zorgen in perspectief


Het is net na zeven uur. We liggen nog in bed. Ik scan vlug het nieuws op mijn mobiel. Een foto van een op sterven na dood meisje verschijnt, een kleuter nog. Ebola. Ik kijk naar mijn dochter die nog even bij me is gekropen. Zij ziet de foto ook. Vraagt: "Wat is dat, mama?". Ik vertel over nare ziektes en gebrek aan hygiëne. Dat de mensen geen banen hebben om geld te verdienen. Zij zegt, bezig voor haar A-diploma: "En geen banen om te zwemmen". Ik knik, kus haar. "Precies lieverd, die ook niet".
Mijn eigen kleuter heeft nog geen weet van de oorlog in Syrie, van aanslagen in Parijs of een sterk dalende huizenmarkt. Ze heeft geen verantwoordelijke baan om haar hypotheek te betalen. Ze hoeft niet te werken aan haar huwelijk of zich af te vragen wat we vanavond weer eens zullen eten. Wat heerlijk licht en onschuldig is het kleuterbestaan eigenlijk. Wil dat zeggen dat ze geen zorgen kent?

Toch wel, blijkt als ik haar uit school haal. Ze huilt: het vriendinnetje vond haar tekening stom, en de jongens deden onaardig. Ik sta op het punt om het weg te wuiven. Om haar te zeggen dat het toch allemaal wel meevalt. Kom op joh, er zijn ergere dingen.

Maar ik doe het niet. Ik realiseer me iets: Haar zorgen passen bij haar leeftijd. Haar lengte zelfs. Daar staat ze dan, één meter 12. Klein meisje, kleine zorgen. Dan zie ik het opeens: haar lengte en haar zorgen zijn in verhouding. Misschien valt een gezonken boot met vluchtelingen op het eerste gezicht niet te vergelijken met een kwijtgeraakte knuffel - wel als je het afzet tegen je lengte in centimeters. Eigenlijk zou er een soort BMI moeten zijn voor zorgen: de Body-Worry-Index. Je zal zien, dat het bestaan van een kleuter heus niet zo meevalt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten