maandag 16 februari 2015

Laat het los


Ik heb een dochter. Ze is zes. Dus mijn huishouden barst al sinds eind 2013 uit  zijn voegen van Anna en Elsa. Je weet wel, van Frozen. Disney, prinsessen, winter, sneeuwpop: je kúnt het niet gemist hebben. Dagelijks, en soms vaker dan dat, klinken heldere musicalstemmen, net iets te hard, door mijn woonkamer, auto, keuken en zelfs badkamer. Ik ga er mee naar bed, word er mee wakker. "Laat het los, laat het gaan". Tot vervelens aan toe in mijn hoofd.
Maar het zet me aan het denken. Dat loslaten van Elsa.

Het is een cliché natuurlijk, maar het loslaten van je kinderen begint vanaf het moment dat je ze baart. De schaar in de navelstreng en hup, los van hun moeder. Het gaat geleidelijk, je hebt het haast niet door. Je brengt ze naar de crèche en je hebt geen idee van wat je kind heeft meegemaakt. Op dat moment kunnen ze het nog niet vertellen, en als ze eenmaal kunnen praten, vertellen ze het gewoon niet. "Wat heb je gedaan op school vandaag?" wordt steevast beantwoord met "o, gewoon" of met "vertel ik niet". Ze komen amper tot je middel en ze zitten zelfstandig op ballet- en zwemles.

Het loslaten heeft niet alleen betrekking op mijn omgang met mijn kinderen. Het betreft ook mijn gewoontes. Ik heb meer moeite met het loslaten van mijn eigen gebruiken, dan met het loslaten van mijn kinderen. Mijn kleuter liet ik laatst van school naar huis fietsen, iets wat haar vader mij niet in dank afnam. Maar al die bende in mijn huis? Knuffels, Barbies met garderobes waar je u tegen zegt, een eindeloze stroom aan kleurplaten of lege yoghurtbakjes die niet in de kliko mogen omdat mevrouwtje er nog mee wil knutselen. Dwangmatig ruim ik alles op, op de juiste plek, soms nog voordat het kind goed en wel is uitgespeeld. Na drie dagen verjaardagsfeest zou ik het liefst 's avonds nog de slingers opbergen.

Maar ik ben heus gegroeid in het loslaten, de afgelopen zes jaar. Zo kleedt mijn dochter zich soms aan in de meest woeste combinaties. Ik laat haar er gewoon in naar school gaan. Een tent van het gordijn in mijn woonkamer laat ik oogluikend toe. Ja, het kost me moeite. Maar ik weet dat mijn dochter, die in veel opzichten op mij lijkt, over 25 of 30 jaar ditzelfde proces meemaakt met haar kind, zoals mijn moeder dat met mij deed. Ook ik herinner me het gemopper van mijn moeder. Nu ben ik redelijk neurotisch wat opruimen betreft. Dus met dat opruimen van mijn dochter komt het heus nog wel goed. Tot die tijd laat ik het los. Al zij zich maar niet al te veel laat gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten